Eerste keer: ‘een huilbaby en ontzettend pijnlijke kloven, tot bloedens toe’. Tweede keer: ‘Geen kloven, borstontsteking of spruw maar wel… achttien maanden lang genieten’. Mama Sara dacht dat ze, met twee totaal verschillende baby’s en twee totaal verschillende ervaringen, wel beide eindjes van het borstvoedingsspectrum had gezien. Maar toen kwam kindje drie. En toen bleek dat er dus nog een scenario mogelijk was: fulltime kolven.
“Het was zo’n nacht waarin je je afvraagt of het ooit nog ochtend wordt. Maar dat wordt het dus uiteindelijk altijd. Hoe donker het ook is, het wordt wel weer licht. Het was de eerste nacht thuis met ons meisje, onze Mare, onze derde baby. We hadden net urenlang geprobeerd om haar een paar druppels afgekolfde melk te voeden met een lepeltje. Een paar druppels maar, en zelfs dat was nauwelijks gelukt. ‘Nog even volhouden’, probeerden we elkaar moed in te spreken. ‘Straks komt de vroedvrouw, zij zal ons wel helpen.” Maar eigenlijk wist Sara al vanaf poging één, dat het zo simpel niet zou worden. Nog glibberig en nat op haar buik, op de verlostafel, merkte ze al dat Mare maar moeilijk aanhapte. Dat bleef zo, ook de dagen erna. “Ze was met geen stokken wakker te krijgen. Werkelijk geen enkel trucje uit het hele arsenaal deed het voor haar. Zelfs poedelnaakt met een koud, nat washandje op haar kleine lijfje (brrr!), bleef ze te slaperig om te drinken.”
Echt geen fijne start dus. Wat deed je toen?
“Wat moeders dan vermoedelijk weleens doen: ik maakte me zorgen en voelde me schuldig. Maar in het ziekenhuis probeerden ze me gerust te stellen. ‘Dit is een nieuwe baby, een ander kindje. Jullie moeten elkaar nog wat leren kennen en dan komt het wel goed.’ Kon wel kloppen. Met mijn twee andere kinderen was het borstvoedingsavontuur namelijk ook heel verschillend verlopen. De eerste keer dacht ik: ‘het zal allemaal wel vanzelf gaan, want borstvoeding is toch iets ‘puur natuur’? Dat hoef je niet te leren’. Ik verliet het ziekenhuis met een huilbaby op de arm en bloedende kloven in mijn beha. Auw. Zonder de hulp van een vroedvrouw aan huis, was het dus al snel ‘exit borstvoeding’. Bij baby twee begreep ik wél het belang van borstvoedingslessen én een vroedvrouw. Ik ging op prenatale consultaties bij Elke. Ze gaf me zinvolle, juiste en eenduidige informatie over borstvoeding en ik voelde me er klaar voor. Ons tweede kindje bleek een excellente drinker: we doorliepen een vlekkeloos (nu ja, wel met wat melkvlekken natuurlijk…) borstvoedingsparcours. Geen kloven, geen borstontstekingen, geen spruw maar gewoon… genieten. Ik weet nog hoe ik dacht: ‘Oh oké, dus dit is hoe borstvoeding normaal verloopt. Dit is hoe de meeste mama’s het doen.’ Pas toen ik zag hoeveel moeite Mare moest doen om nog maar een minibeetje te drinken, besefte ik: onze zoon was eigenlijk gewoon een natuurtalent.”
En Mare niet? Het drinken ging niet vanzelf beter?
“Helaas. Mare dronk niet beter. Haar gewicht daalde en ze verloor haar interesse in het drinken. Haar tongriempje werd geknipt tijdens onze laatste dag op de materniteit, maar dat haalde niets uit. Toen we thuiskwamen uit het ziekenhuis, weigerde ons meisje zelfs resoluut de borst. Vandaar die nachtelijke wanhoopspoging met dat lepeltje, dus. De ochtend erna stond onze vroedvrouw voor de deur. Met een actieplan: fingerfeeding. Want Mare was te slaperig om zelf te drinken én ze moest meer melk krijgen per voeding.”
“Het vingervoeden (een techniek waarbij je baby op de vinger zuigt, terwijl hij een kleine hoeveelheid melk drinkt, dankzij een handig opzetstukje, red.) werkte. We hadden plots een heel ander kind! Maar het bleef niet duren. Een paar dagen later zat ik er alweer helemaal doorheen. Huilend belde ik vroedvrouw Elke op. Ze kwam diezelfde avond nog langs, om mijn ongerustheid weg te nemen, nog voor we de nacht in gingen.”
Fulltime kolven is bij ons nog lang niet ingeburgerd. En onbekend is onbemind. Als je zegt dat je fulltime kolft, geven mensen nogal snel het advies om ‘toch gewoon kunstvoeding te geven’
Waarom dronk Mare zo moeilijk? Vonden jullie uiteindelijk de oorzaak?
“Elke was nog niet goed en wel binnen, of ze zag al wat er aan de hand was. Mare bleek een strakke bovenlipriem te hebben, in beide wangen strakke buccale bandjes en een verborgen korte tongriem. Het knipje in het ziekenhuis was niet ver genoeg gegaan. Maar het kon wél opgelost worden. Elke maakte voor ons een afspraak bij een lactatiekundige, zodat we doorverwezen konden worden naar een praktijk waar deze problemen met behulp van een lasertechniek behandeld worden.”
“Intussen bleven we verder oefenen aan de borst, met alle mogelijke middelen. Drie weken later konden we bij de lactatiekundige terecht, die precies hetzelfde vaststelde als Elke. Mare kwam in aanmerking voor de laserbehandeling. Mijn moederhart huilde tegelijk van geluk en paniek. Want: onze prachtige baby uit handen moeten geven om in haar kleine mondje te laten wroeten met een laser? Best eng. Maar – kwestie van andere ouders die ervoor staan gerust te stellen – de behandeling zelf was zo kort, dat het voorbij was voor ik het doorhad. Dus wij naar huis, vol goeie moed.”
Hoe ging het dan verder? Na de ingreep?
“Het was nog niet meteen een feestje. We stonden voor een lange weg van oefenen, proberen, huilen, zuchten, hopen en acht keer per dag kolven, flesjes afwassen en melk invriezen. Ik leefde voor die oefenmomenten aan de borst, want als het een klein beetje lukte, dan gaf dat hoop. Eerlijk? Stiekem voelde het voor mij als een afwijzing, dat Mare niet van de borst, maar wél van een flesje wilde drinken. Ik ging me zorgen maken over haar hechting. En vooral: ik bleef maar doorgaan.”
“Op de duur was er enkel nog maar Mare, kolven en oefenen aan de borst. Al de rest verloor ik uit het oog. In babybezoek had ik geen zin en alle bezorgdheden van mijn lieve, dichte familie en vrienden wuifde ik weg. Want ik was bang dat ze me zouden overtuigen om ermee te stoppen. En dat was nu wel het laatste dat ik, na al die moeite, wou. Ik telde ernaar af, maar tegelijk keek ik ook intens op tegen elk voedingsmoment. Na een tijdje was ik zo bezig met het laten slagen van de borstvoeding, dat ik nog nauwelijks aanspreekbaar was.”
Als een bepaald doel heel belangrijk voor je is, moet soms moet aanvaarden dat je een andere wg moet nemen dan gepland. Zoeken naar ‘the next best thing’. Dat is de les die ik leerde: ‘Gaat het niet zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.
Greep je omgeving dan toch niet in?
“Ja, het werd erger. Toen kwam toch het niet mis te verstane advies: even stoppen met oefenen aan de borst. En een tijdje fulltime kolven. Zodat ik kon opladen en daarna weer vol energie kon herbeginnen. En wow, wat daalde er toen toch een ontzettende rust over mij heen. Het moést even niet meer. Een paar dagen later werd ik zo ziek, dat ik zelfs niet meer uit de zetel kon. Mijn lijf was op, maar mijn hoofd bleef maar doorgaan. Ik ben samen met Mare blijven oefenen, tot we op een punt kwamen dat ze twee keer per dag rechtstreeks aan de borst dronk. Toen werd ze verkouden en begon het weigeren opnieuw. Ik wist het niet meer. De oefenmomenten wogen zo zwaar door. Maar opgeven? Ik zou mezelf altijd blijven afvragen of het toch niet zou gelukt zijn als ik nét iets langer had geprobeerd.”
Wat was je uiteindelijke keerpunt?
“De lockdown. Ik zat op zich al maanden in een borstvoedings-, of beter gezegd: kolfbubbel. Maar toen ik plots met een baby, mijn twee kleuters én een thuiswerkende man – 24/7 thuis zat, werd het duidelijk: dit is het. Hier stopt het. Ik stopte met strijden tegen de borst en ging fulltime kolven. Dat bracht eindelijk wat rust. ”
Kon je het na al die tijd aanvaarden?
“Ik ben er nog niet helemaal, in het aanvaardingsproces, maar ik ben wel goed op weg. Kolven is ook borstvoeding geven. Dus eigenlijk is het me wél gelukt. Gewoon niet op de manier die ik voor ogen had. Wat mij enorm heeft geholpen, naast de hulp en het luisterende oor dat ik bij professionals vond, was het lezen van verhalen van lotgenoten. Het is gewoon fijn om je niet ‘de enige’ te voelen. Op Instagram zocht ik naar berichtjes over fulltime kolven met de hashtag #exclusivepumping. En op Facebook zit ik nu in groep ‘fulltime kolvers’. Het is fijn als mensen je begrijpen.”
Voel je je onbegrepen? Is fulltime kolven nog wat onbekend?
“En dus onbemind? Precies. Als je zegt dat je fulltime kolft, geven mensen nogal snel het advies om ‘toch gewoon kunstvoeding te geven’. Ik hoorde vaak: ‘je hebt het geprobeerd, je hoeft je niet schuldig te voelen als je nu op kunstvoeding overstapt.’ Mensen zeggen dat met de beste bedoelingen, dat weet ik wel. Maar toch: ik kolf niet uit schuldgevoel, maar wel omdat ik mijn kindje moedermelk wil geven. Fulltime kolven is een volwaardige optie, alleen zien mensen het zo nog niet.”
Wat neem je voor altijd mee uit dit verhaal?
“Dat als een bepaald doel heel belangrijk voor je is, je soms moet aanvaarden dat je een andere weg moet nemen dan gepland. Zoeken naar ‘the next best thing’. Dat is de les die ik leerde: ‘Gaat het niet zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.’
Wat wil je nog zeggen tegen andere mama's die zich in jouw verhaal herkennen?
“Wil je graag borstvoeding geven, omring je dan met deskundige mensen die je kunnen informeren, ondersteunen en helpen. En als het niet lukt en je wil toch moedermelk geven? Geef fulltime kolven dan een kans. Goed materiaal is wel écht nodig: zorg voor een dubbelzijdige kolf met een oplaadbare batterij, schilden die goed passen en een kolfbeha. Het is pittig en veel werk, maar hoe langer je het doet, hoe makkelijker het wordt. Dan gaat kolven deel uitmaken van je dagritme en na verloop van tijd doe je het tijdens het koken, poetsen of was vouwen. Maar het hoeft niet altijd zo efficiënt: wees lief voor jezelf en maak van je kolfmoment soms ook een ‘mama-moment’. Een lekker drankje erbij, eindelijk eens een boek lezen of de tv aanzetten en wat Netflixen. Oh en reserveer een plekje in je gemakkelijke zetel, dat verdien je écht wel!”