In de periode van zwangerschap en ouderschap kan je naast urine verlies ook last hebben van windjes of stoelgangverlies. Vaak ligt de oorzaak bij je bekkenbodemspieren. Weet dat je hier niet alleen mee staat! 1 vrouw op 8 heeft hier last van om en rond de zwangerschap. Het taboe hier rond is nog ontzettend groot maar aarzel niet om het toch bespreekbaar te maken. Bij de wolk zijn geen genante vragen.
Enkele symtomen die een belletje moeten doen rinkelen.
- Last hebben van constipatie
- Gevoel dat je hard moet persen
- Harde stoelgang
- Buikpijn
- Het gevoel hebt niet volledig te kunnen ledigen.
Alvast enkele tips
- Zorg voor een zo soepel mogelijke stoelgang: een gladde slang is het ideale. Voldoende drinken, vezels, lijnzaad, kiwi maar ook voldoende bewegen kunnen hier alvast mee helpen.
- Niet persen. Voor een ideale stoelgang hoeven we niet te persen, soms wel lichtjes in gang duwen maar zeker nooit je middenrif vastzetten en je druk verhogen in je buik, blijf dus zeker ademen en denk aan je houding (zie andere tip en trick).
- Belangrijk om je bekkenbodemspieren goed los te laten terwijl je stoelgang maakt. Verhoogde spanning op deze spieren kan constipatie in de hand werken.
- Ga als je moet gaan, je darm is geen reservoir en dus niet gemaakt om te blijven vullen, hij zal vocht blijven wegnemen en dus je stoelgang harder maken. Aandrang vaak negeren gaat er ook voor zorgen dat je darm “foert” gaat zeggen en op de duur geen drang signaal meer gaat geven.
- Je darm is een echt gewoontebeest, ga op zoek naar je ideale moment van de dag en maak er echt tijd voor.
- Als je het gevoel hebt dat je steeds veegjes blijft hebben kan het helpen om nadat je stoelgang hebt gemaakt even kort en krachtig je bekkenbodemspieren en dan vooral je anale deeltje aan te spannen en dan pas starten met proper vegen.
Hoe ga je dan naar het toilet?
- Ga volledig zitten op een toilet – je hoeft niet te zweven
- Zet je voeten plat op de grond – steun op hele voet, niet enkel op de tippen van je tenen
- Zo kan je bekkenbodem pas volledig ontspannen
- Zet je voeten op een trapje. Als je knieën hoger dan je heupen uitkomen dan is de hoek die je stoelgang moet maken om uit je darm te glijden minder scherp. Je zal vlotter naar het toilet kunnen gaan.
- Ga ook niet persen om stoelgang te maken. Wacht op een aandrang gevoel om naar toilet te gaan. Stoelgang dient vlot naar buiten te glijden.
- Adem vanuit je buik of laat je buik los. Zo kan onze spijsvertering beter zijn werk doen. Je buik op slot zetten zorgt ervoor dat het zenuwstelsel dat mee verantwoordelijk is voor onze vertering “on hold” wordt gezet.
- Ontspan je bekkenbodemspieren.
- Voel je geen aandrang om stoelgang te maken? Wacht dan tot na je volgende maaltijd. Na elke maaltijd is er meer darm-beweging aanwezig in onze darmen die onze stoelgang vooruit duwt.
- Drink voldoende zodat je stoelgang zacht genoeg is. (zeker ook als je borstvoeding geeft!)
- Eet voldoende vezels zodat je stoelgang consistentie krijgt.
- Beweging zorgt voor een betere transit.